

Het hoofdbestanddeel van chocolade, cacao, wordt gewonnen uit cacaobonen, het zaad van de cacaoboom. Cacaobonen worden in jutezakken van ongeveer 70 kg geïmporteerd uit tropische streken. De cacaobonen werden daar al gefermenteerd en gedroogd (zie bij cacaoboom). Bij aankomst worden de bonen van diverse oorsprong gemengd, om een egale smaak te krijgen. De bonen worden vervolgens gereinigd: takjes, touw, steentjes en dergelijke worden eruit gehaald. Daarna worden de bonen geroosterd in draaiende trommels bij een temperatuur tot 140°C. De temperatuur en duur bepalen voor een groot deel de uiteindelijke smaak van de cacao. De geroosterde bonen gaan vervolgens door een breker. De dop breekt open en wordt weggeblazen zodat alleen de kern (nib) overblijft. De kernen worden in de cacaomolens fijngemalen tot een dikke vaste pasta. Dit heet de cacaomassa. Uit dit product kan het vet onttrokken worden. Dit heet de cacaoboter. De dikke, harde klomp die overblijft, wordt vermalen tot magere cacao, of cacaopoeder.
Maak jouw eigen website met JouwWeb